Verslag hokbezoek Jelle Terpstra juli 2009

Konijnenfokker Jelle Terpstra.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het is 30 juli 2009.
De onweersbuien verwaaien over het ruime veld onderweg naar Dokkum.
Prachtige luchten tekenen zich af.
Vannacht was het veel weerlicht en donder, maar de berichten zijn goed.
Gelukkig maar want veel mensen hebben vakantie.
Ik ben onderweg naar Jelle Terpstra.
Waar zou je zijn zonder de routeplanner, deze wijst mij precies de weg naar huisnummer 28 aan de van Aitsemastraat in Dokkum.
Kan niet missen, want als ik het pad oploop zie ik aan de gevel een metalen konijntje. En uitnodigend gaat de voordeur ook al open.
Ik herken Jelle van de keuringen, een bekende verschijning, wat wil je ook zowel van Frisia als Burgum al zo’n vijftig jaar lid!
De keurige woning heeft veel meer erf dan je zou vermoeden.
Een prachtig ingerichte tuin met een vijverpartij en zelfsTurkse planten (zelf gevangen).
Voordat we het gaan hebben over de fokkerij eerst even wat over de baas zelf.
Wie hem kent weet het, helaas moest Jelle zijn vrouw sinds bijna twee jaar missen.
Hij heeft tijdens een ernstige ziekte zijn vrouw tot het laatst toe verzorgd.
En dan komt de tijd dat het niet meer gaat.
Alleen verder. Dat valt niet mee.
Gelukkig zijn er de kinderen en kleinkinderen.
Ik zie mooie tekeningen van de kleinkinderen voor pake.
Daarop missen zeker de konijnen niet.
Toen Jelle vijftien jaar was ging hij in de zuivel werken.
Eerst Morra Lioensens en later Dokkum en van Dokkum naar Wergea.
De zuivelfabriek van Dokkum was bekend onder de naam Betterwird en in Wergea was het de zuivelfabriek De Takomst.
Wat Jelle daar zoal heeft gedaan?
Van alles behalve directeur, zo heeft hij het zelf eens omschreven op een personeelsformulier voor administratie van de zuivelfabriek.
En zo was het ook blijkt uit zijn verhaal.
Zo heeft hij in het begin van zijn carrière kaasjes moeten schoonmaken met een stukje glas. Melk ontvangen vanaf de melkwagens. Is centrifugist geweest, waarbij het melk en het vet en de wei werden gescheiden. De wei ging veelal terug naar de boeren die het weer aan de kalveren voerden. Hij bediende ook verschillende machines en was in die zin ook te ambiëren als machinist. Maar ja het laatste stukje van zijn zuivelloopbaan speelde zich af op de rijbaan. Jelle reed op de tankauto voor het ophalen en afleveren van melk. Als je met je vijftiende al begint te werken heeft dat het voordeel dat je na veertig dienstjaren de gelegenheid krijgt aangeboden te gaan vutten. En dat heeft hij ook gedaan op zijn zesenvijftigste.
En dan niets doen zeker? Mis, hij was en is nog steeds actief. Eerst eens voor een klusje bij de kinderen en later bij de schoonzoon die een bedrijf had, voor het verrichten van hand- en spandiensten. Ook in het verenigingsleven doet hij het nodige. Jelle is nu 71 jaar, zou je trouwens niet zeggen. Hij is begonnen met Vlaamse Reuzen. Dat weegt er in.
Op mijn vraag of hij nog een tip heeft voor fokkers of beginnende fokkers grijpt Jelle terug op zijn eigen ervaring in de startfase van zijn fokkersloopbaan.
Met een stuk of vier Vlaamse Reuzen in één kist naar de keuring.
Eén keer en nooit weer. Dat wil zeggen in één kist.
Dat was trekken, stinnen, sjouwen, sleuren en wat al niet.
Man je tilde je bijna een breuk.  Thuisgekomen, ternauwernood ontsnapt aan een beginnende hernia, meteen de zaag er in. Nee niet in de konijnen, kom nou zeg. In de kist! In tweeën gezaagd en twee nieuwe schotjes aan de open kanten. En klaar is Jelle voor de komende keuringen. Hij heeft uiteindelijk besloten het gewicht van deze grote konijnen te verdelen over wat meer kleinere rassen. Daar heeft hij dan ook wat meer exemplaren van. Hij heeft uitgaande van de voedsters zestien dwergkonijnen Midden-Geel-Marter en vier Duitse Hangoren. Om misverstanden te voorkomen wil ik graag benadrukken dat Jelle zelf niet vier Duitse Hangoren heeft.
Duitse Hangoren zijn konijnen die behoren tot één van de vele konijnenrassen.
Daarvoor verwijs ik u naar de foto bovenaan dit verslagje. Ziedaar Jelle en een Duitse Hangoor. We hebben het dan niet over zomaar een Duitse langoor, maar over een soortgenoot van Sara. De Sara van Jelle is genoemd met in gedachten de Bijbelse figuur, namelijk de vrouw van Mozes die op vijftigjarige leeftijd het levenslicht schonk aan een zoon. Op oudere leeftijd nog een kind dacht Jelle. Zo ook deze Sara die op achtjarige leeftijd nog steeds kleintjes krijgt, dat is in konijnenleeftijd misschien wel zeventig jaar of nog ouder. Bijzonder is dat Sara niet een echte topper lijkt, maar wel degelijk heel goed fokt. Van het eerste nest waren er vijf jongen, waarvan vier met een F-predikaat. En deze prestatie heeft Sara al vaker geleverd.
De Duitse Hangoren heeft Jelle in twee uitvoeringen: ijzergrauw en hoe zal het ook anders, konijnengrijs. Soms kom er ook nog een andere kleur uit … chinchilla..of zo, nou ja ook grijs, maar dan weer anders. Daar gaat Jelle dan ook niet mee door.
Met de Duitse Hangoor kun je al vanaf december aan het fokken, vroege fokkers hebben dan in januari al de eerste jongen.
Er zijn ook Franse Hangoren en zelfs Engelse Hangoren. Die Engelse kunnen zulke grote oren hebben dat ze een dubbeltje in Parijs kunnen horen vallen.
Maar daar willen we het nu verder niet over hebben.
De Duitse Hangoren mogen inclusief het konijn zelf ongeveer 3,5 kg. wegen.
Eerbiedig spreken konijnenfokkers overigens niet zomaar over oren. Welnee, men spreekt van behang. Er moet sprake zijn van een open schelp, wat betekent dat er geen vouwen in het oor mogen zitten. Op het midden van het kopje moet sprake zijn van een mooie zichtbare kroon. Daarmee wordt bedoeld dat er op het schedeltje een soort van scheiding zichtbaar moet zijn.
Over de dwergkonijnen valt ook nog het nodige te vermelden.
Zo mogen de oortjes niet langer zijn dan plm. 5,4 cm. Ten hoogste 6 cm., maar dan heb je je doel al voorbij gestreefd en is het niet erg waarschijnlijk dat je een hoog predikaat krijgt toegedeeld op de keuring.
Dwergkonijnen brengen hooguit vier jongen, terwijl de Duitse Hangoren wel zeven jongen per keer kunnen werpen.
Jelle is ook internationaal actief, zo heeft hij een hele mooie jonge ram uit Bremen, je zou zeggen een soort van Duits dwergkonijn, waarmee hij dan weer jonkies heeft gefokt die vervolgens zijn verkocht naar Schotland en Zweden. Ga der maar naast staan! Ik begrijp uit het verhaal van Jelle dat hij ook wel vermeld zou willen zien, dat hij veel heeft gehad aan Uilke Hoekstra uit de Westerein een medefokker en goed vriend, ook in moeilijke tijden. Het zij gezegd! Fijn dat je je hobby met anderen kunt delen, fokkersstrategieën kunt bedenken, dieren beoordelen en elkaar kunt beconcurreren op keuren elkaar alle succes gunnend. En ja ik heb het al gezegd, hoe keurig Jelle het allemaal voor elkaar heeft, maar er is meer. Een prachtige vitrine met bekers, medailles en een hééééééle grote beker. Wat wil je ook, de beste Duitse Hangoor in Zuidlaren in 2007. Laat Jelle maar lopen. Veel te bescheiden als je het mij vraagt, want ik zie in één oogopslag aan al dat eremetaal dat hij een prachtige fokkerscarrière heeft opgebouwd. Wel tweehonderd bekers en zo.
Tegenwoordig laat hij alleen uitbetalen in geld, bekers genoeg. Ik denk, maar dat mag u niemand verder vertellen, dat hij inmiddels smoorrijk is.
Ik heb misschien wel het mooiste voor het laatst bewaard. Die konijnen van Jelle die zitten niet in gewone hokken. Wel nee. Het is een soort van konijnenhotel, met allemaal privé-hokjes. Hij heeft onlangs zelfs open hok gehad, niet dat de hokken openstonden, nee fokkersbezoek.
Daarbij had hij de gasten gestationeerd in de tuin. Ik heb mij uit betrouwbare bron, (Jelle zelf) laten vertellen dat het zulk mooi weer was, dat de aangeboden drankjes en verfrissingen gewoon verdampten volgens zijn gasten. Dat Jelle zo tussentijds even wou bijvullen. Nou wij geloven er niets van, dat verdampen. Het was er gewoon heel erg gezellig en leuk en dan gaat automatisch, zonder dat iemand er ook maar iets aan kan doen, de dorstklier een tandje hoger draaien. Ja, bij Jelle zit je wel goed of je nou konijn bent of fokker.

Jan Westerhof